vrijdag 8 juli 2011

Hillen geeft antwoord op Kamervragen over dreiging criminele bendes Kunduz

Minister Hans Hillen (Defensie) heeft antwoord gegeven op Kamervragen van GroenLinks en de ChristenUnie over het gevaar dat uitgaat van criminele bendes en radicale islamitische groeperingen in Kunduz, en aanslagen die worden gepleegd.

De Kamerleden Mariko Peters (GL) en Joel Voordewind (CU) wilden graag weten of de opkomst van arbiki’s (criminele bendes) en de aanwezigheid van diverse radicaal-Islamitische groepen als Al Qaida, de Islamic Movement of Uzbekistan en het Haqqani-netwerk effect hebben op de veiligheid van de Nederlandse politietrainers.

- Arbakai zijn politiemilities die door de VS zijn opgeleid, maar berucht zijn omdat ze mensen geld af kunnen persen en mishandelen. In Kunduz gaat het om voormalige Taliban die zich aan hebben gesloten bij de lokale politie. -

Minister Hillen antwoordde dat het aantal geweldsdelicten dit jaar in Kunduz niet is toegenomen vergeleken met vorig jaar. Wel voegde hij eraan toe dat het aantal opzienbarende aanslagen is toegenomen.

Dat geldt volgens Hillen ook voor de dreiging tegen de Nederlandse militairen en burgermedewerkers die in Kunduz worden gestationeerd.

Maar hij antwoordde dat de regering er vertrouwen in heeft “dat de politietrainingsmissie haar activiteiten zal kunnen uitvoeren zoals voorzien”.

- Kunduz is het afgelopen jaar ongekend geteisterd door een serie zware aanslagen, waaronder zelfmoordaanslagen, op hoge functionarissen, overheidsgebouwen, Duitse militairen en de politie -

De beide Kamerleden vroegen ook of het klopt dat de Afghaanse politie niet is opgewassen tegen de bendes en radicale islamitische groeperingen, en niet ingrijpt bij gewelddadige of criminele activiteiten, en of de Nederlandse trainingen gericht zijn om er mee om te gaan.

Hillen gaf aan dat op veel plaatsen in Afghanistan gewapende milities actief zijn, en die het formele overheidgezag kunnen ondermijnen.

“Er zijn plaatsen in Afghanistan waar de capaciteit van milities de capaciteit van het Afghaanse leger en de politie overstijgt.”

Maar mede daarom vindt Hillen het van belang het Afghaanse leger en de politie te versterken, zowel in omvang als in kwaliteit.

Doelstellingen missie
De minister vatte tot slot samen waarop de Nederlandse politietrainingsmissie zich richt.

De trainingsmissie “richt haar activiteiten op het opleiden, trainen en begeleiden van de Afghan Uniformed Police. Het omgaan met de complexe samenleving en de lokale veiligheidssituatie is daar onderdeel van”.

Volgens Hillen zal de versterking van de civiele taken van de Afghaanse politie naar verwachting de veiligheidssituatie en het formele overheidsgezag ten goede komen.

Minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) liet afgelopen week tijdens zijn bezoek aan Afghanistan weten dat hij de risico’s voor de trainers “verantwoord aanvaardbaar” vindt en zei verder “we lopen geen onnodige risico’s”.


De antwoorden en de Kamervragen

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie, de antwoorden aan op de vragen van de leden Peters (GroenLinks) en Voordewind (ChristenUnie) over criminele bendes in Kunduz (ingezonden 30 juni 2011 met kenmerk 2011Z14769).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Drs. J.S.J. Hillen

2011Z14769

Vragen van de leden Peters (GroenLinks) en Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse zaken en de minister van Defensie over criminele bendes in Kunduz (ingezonden 30 juni 2011)

Vraag 1
Bent u bekend met het artikel “Bendes rukken op in Kunduz; Vredesbemiddelaar waarschuwt voor overvallen door ex-helpers van VS” 1) en het artikel “Trainers wachten vele vijanden”? 2)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Verandert de inschatting van de veiligheidssituatie in Kunduz door de opkomst van arbiki’s (criminele bendes) en de aanwezigheid van diverse radicaal-Islamitische groepen als Al Qaida, de Islamic Movement of Uzbekistan en de Haqqani? Hebben hun activiteiten effect op de veiligheid van de Nederlandse politieagenten en militairen die binnenkort in Kunduz beginnen met het trainen van de Afghaanse politie?

Antwoord
De veiligheidssituatie in Kunduz past in het beeld dat in januari met uw Kamer is besproken. De toename van het aantal geweldsincidenten van de afgelopen jaren, zoals gemeld in de brief aan de Kamer van 7 januari jl. (Kamerstuk 27925 nr. 415), heeft zich dit jaar vooralsnog niet voorgedaan. Wel is een verschuiving zichtbaar van directe confrontaties naar een meer asymmetrisch optreden en opzienbarende aanslagen. Dat geldt ook voor de dreiging tegen de Nederlandse militairen en burgermedewerkers die in Kunduz worden ingezet. De regering heeft er vertrouwen in dat de politietrainingsmissie haar activiteiten zal kunnen uitvoeren zoals voorzien.

Vraag 3
Klopt het dat de Afghaanse politie niet is opgewassen tegen de arbiki’s en de radicaal-Islamitische groepen? Is het waar dat de Afghaanse politie niet ingrijpt bij (gewelddadige) criminele activiteiten?

Vraag 4
Zijn de Nederlandse trainingsactiviteiten ook gericht op hoe om te gaan met arbiki’s en de radicaal-Islamitische groepen?

Antwoord
Op veel plaatsen in Afghanistan zijn diverse gewapende milities actief. Sommige milities houden zich bezig met criminele activiteiten en hebben banden met radicaal-islamitische groeperingen. Dergelijke activiteiten ondermijnen het formele overheidsgezag in Afghanistan. Er zijn plaatsen in Afghanistan waar de capaciteit van milities de capaciteit van het Afghaanse leger en de politie overstijgt. Mede daarom is het van belang het Afghaanse leger en de politie te versterken, zowel in omvang als in kwaliteit.

De Nederlandse politietrainingsmissie richt haar activiteiten op het opleiden, trainen en begeleiden van de Afghan Uniformed Police. Het omgaan met de complexe samenleving en de lokale veiligheidssituatie is daar onderdeel van. De versterking van de civiele taken van de Afghaanse politie zal naar verwachting de veiligheidssituatie en het formele overheidsgezag ten goede komen.

1) NRC, 27 juni
2) De Volkskrant, 29 juni