In 2007 was het de bedoeling om de Afghaanse krijgsmacht te laten groeien naar 200.000 manschappen. Dit aantal wordt in oktober 2011 gehaald. In 2007 dacht men nog dat hierdoor de NAVO-ISAF-troepenmacht, die toen bestond uit 50.000 soldaten, goedkoper uit kon zijn.
“Als de 200.000 in staat zijn om voor veiligheid in het hele land te zorgen, zal dit de buitenlandse troepen minder kosten dan de uitgaven voor hun eigen troepenmacht,” zo meldde het Afghaanse ministerie van Defensie in 2007.
Ondertussen bestaat het aantal buitenlandse militairen in Afghanistan uit ruim 130.000 manschappen, en is het land niet eerder zo gewelddadig geweest sinds de val van de Taliban eind 2001.
Tijdens de Conferentie van Bonn in december 2001 over Afghanistan, waar men probeerde om het post-Taliban Afghanistan op de kaart te zetten, dacht men nog dat 70.000 Afghaanse soldaten voldoende moest zijn.
Maar de omvang van het conflict was toen nog onvoorspelbaar.
Archief: “1 Buitenlandse militair kost evenveel als 70 tot 100 Afghaanse militairen” (3-12-2007)